Het grootste deel van mijn muzikale voorkeur sluit niet aan bij die van de gemiddelde vrouw. Progrock, elektronische muziek en jazzrock zijn niet de muziekstijlen waar veel vrouwen voor warmlopen. Had ik het in mijn jonge jaren daarvan moeten hebben, was ik nog altijd vrijgezel in onbevlekte ontvangenis. Mijn fascinatie voor hardrock/metal is een uitzondering. Het aantal vrouwelijke metalfans is enorm. Vreemd genoeg kwam het nooit tot een relatie met een metalmeid.

Laat ik het bij progrock houden. Dat is gewoon een mannending, mannenmuziek. Of beter omschreven: muziek die voor het overgrote deel een mannelijk publiek aanspreekt. Ik heb nog nooit een progrockconcert bijgewoond waar het aandeel mannen en vrouwen in balans was. Laat staan dat er meer vrouwen dan mannen waren. De rij voor het mannentoilet is bij dergelijk soort evenementen altijd langer dan die bij het vrouwentoilet.

Oeps! Meteen indekken voordat ik straks op sociale media weer wordt overladen met boze commentaren van feministen, woke-deugdneuzen, BNN/VARA-jandoedels, de wijze kleinkunst-elite, en spionnen van Tim Hofman. Mijn constatering zegt uiteraard niets over vrouwen in het kader van intelligentie of dat ze een slechte muzieksmaak hebben. Ik baseer me puur op observatie en ruime concertervaring. Voor de zeikerd die hier geen vrede mee heeft [want die heb je altijd]: tel het aantal dames in het publiek bij Porcupine Tree, Dream Theater, Steve Hackett en The Flower Kings. Vervolgens vergelijk je dat cijfer met het aantal dames bij Adèle, Robbie Williams, Toppers In Concert en John Mayer. En vergeet alsjeblieft de toiletten niet.

Waarom houden vrouwen niet zo van progrock? Een wetenschappelijke verklaring is er volgens mij niet. Progrock wordt vaak omschreven als langdradige, klinisch klinkende ‘muzikantenmuziek’ zonder emotie. Hit-happen, liedjes van modale lengte, catchy meefluitdeuntjes, feestpotentieel en dansbaarheid zijn ondergeschikt aan lange nummers met complexe structuren, afwijkende maatsoorten, onwennige akkoordschema’s en speeltechnische virtuositeit. Wellicht is het povere emotievolume één van de voornaamste oorzaken. Vrouwen zijn in het algemeen toch wat gevoeliger en emotioneler afgestemd dan mannen. Progrock is ook ongeschikt als themamuziek voor een remake van zoiets als ‘The Bodyguard’.

“Sorry dat ik je noodsignaal niet hoorde, omdat ik Porcupine Tree aan het luisteren was.”

Ach, ik zit er niet mee. Vroeger wel, want er was een tijd dat ik nog veel feller mijn kritische muziekstandpunten neerkwakte dan tegenwoordig. Het gestrekte been raakte nooit in een kramp. Als één mijn vriendinnen na een tijdje commentaar gaf op mijn muziek, snauwde ik: “Wat is er met je aan de hand? Is het geen muziek die klinkt als Destiny’s Child? Moet je weer zo nodig dansen? Of wil je jankliedjes over een pasgeboren babyleeuwtje in een Disneytekenfilm?”

Milder werd ik onder meer door zelfreflectie, zelfspot en levenservaring gekoppeld aan het proces van ouder worden. Eerlijk gezegd vroeg ik een date nooit naar haar muzikale voorkeur. Ik knapte wel af op meiden die heel veel van Limburgstalige muziek hielden. In het bijzonder die met een voorkeur voor Rowwen Hèze.

Inmiddels ben ik al heel wat jaren gelukkig met mijn echtgenote. Belangstelling voor muziek heeft ze nauwelijks, wat onze relatie alleen maar ten goede komt. Afgezien van die ene keer dat ze vond dat ik mijn bandshirts voortaan maar zelf moest wassen en inruimen, kwam het nooit tot een muzikaal gerelateerd conflict. Haar mening over progrock? Ze vindt het ‘moeilijke en erg drukke muziek die nerveus maakt’. Een bezwaar dat ik best begrijpen kan. Maar juist in die complexiteit en de adembenemende instrumentbeheersing bevindt zich mijn liefde voor het genre. Ze begreep dat nooit helemaal totdat ze een paar maanden geleden uit nieuwsgierigheid meeging naar een recital van Herbert Schuch. De Roemeens/Duitse meesterpianist speelde de composities van Schubert, Beethoven, Liszt en Rzewksi in al hun pracht en complexiteit.

Herbert Schuch wilde weten hoe ik aan dat coole shirt kwam.

Onderweg naar huis merkte ze op: “Wat is het toch bijzonder dat zo’n virtuoos in staat is zulke lange, mooie stukken te spelen.” Waarop ik vroeg of ze nu voortaan begrijpen kon waar mijn fascinatie voor progrock vandaan komt. “Jazeker!”, was haar antwoord. En ze was bloedserieus! Haar antwoord was geen middel ter preventie van een uitvoerig pleidooi van haar progrockminnende echtgenoot. Ze zei het niet voor de lieve vrede. Daarvan ben ik absoluut zeker. Toen ik haar aankeek, had ze namelijk dezelfde zelfverzekerde en oprechte blik in haar ogen als toen we elkaar op 25 augustus 2009 het ja-woord gaven.

Michel Scheijen

(Visited 173 times, 1 visits today)

Dit bericht heeft 6 reacties

  1. Erik Neuteboom

    Leuk verhaal, vooral het slotakkoord. Toch wil ik graag nog even iets aanhalen wat ik in dit verhaal mis. In de begin jaren 80 kwam de Neo-progressieve rock op, met als boegbeeld Marillion, en ineens waren en veel dames in het publiek te zien, want ze vonden deze vorm van prog lekker klinken, vooral een stuk melodieuzer dan de Old School prog, en ook met meer emotie, direct en krachtig, Fish werd aanbeden, door mannen en vrouwen. Ik weet nog dat ik bij Pinkpop 1984 Marillion zag, met voor het eerst in mijn leven tijdens een prog concert veel dames, reeds.

    1. Michel

      Hallo Erik,

      Bedankt voor je reactie.

      Uiteraard overwoog ik om Marillion nog in te brengen als een soort nuance. Die band heeft inderdaad een groot aantal vrouwen als fan-base. Zowel met Fish als Hogarth in de frontlinie. Dream Theater, Ayreon en Porcupine Tree zouden ook nog kunnen. Het zijn wel uitzonderingen die, naar mijn mening, niet opwegen tegen het mannelijke aantal fans van de gemiddelde prognaam. Maar je hebt zeker een punt.

      Alle goeds, kerel.

      Michel

    1. Michel

      Dank je!

      Alle goeds,

      Michel

      1. John

        Heel mooi alweer Michel, heb ervan genoten. Leven en laten leven

        1. Michel

          Hey die John,

          Dank je wel. Het onderwerp stond al een tijdje op mijn ‘daar moet ik eens over schrijven’-lijst. En die lijst is nog lang niet afgevinkt.

          Alle goeds,

          Michel

Geef een reactie