DE BELGISCHE GITARIST BERT VERSCHUREN IS EEN RASMUSICUS MET EEN BIJZONDERE LOOPBAAN. ZIJN LIEFDE VOOR DE GITAAR BRACHT HEM ERTOE ZIJN BEROEP ERVAN TE MAKEN. ALS ALLROUND SESSIEGITARIST TOURDE HIJ DE WERELD ROND EN TEGENWOORDIG DOCEERT HIJ GITAAR AAN HET CONSERVATORIUM VAN GENT. DAARNAAST IS HIJ DE SPIL ACHTER MADE IN PURPLE. EEN PROJECT DAT DEEP PURPLE’S LIVEALBUM ‘MADE IN JAPAN’ OP SPECTACULAIRE WIJZE TOT LEVEN BRENGT. MUSICOPHILIA SPREEKT BERT IN DE BOSUIL IN WEERT. DE LOCATIE WAAR HET IDEE ACHTER MADE IN PUPLE WERD GEBOREN EN WAAR DE BAND JAREN GELEDEN HAAR EERSTE OPTREDEN GAF. EEN OPENHARTIG GESPREK OVER MUZIEKONDERWIJS, CARRIÈREVERLOOP, RITCHIE BLACKMORE, EN HET NUT VAN COVERBANDS.

Uit research maak ik op dat je leven in het teken staat van muziek. Hoe is dat begonnen?

“Het is begonnen via mijn drie jaar oudere broer die aan de muziekschool wilde studeren. Dat wilde ik ook, want alles wat je grote broer doet wil je als broertje ook doen. Ik was zes toen ik begon met piano spelen. Veel te jong, natuurlijk. Met pianospelen kreeg ik het technische aspect van muziek zoals het notenschrift, akkoorden etc. onder de knie. Op mijn twaalfde schakelde ik over naar gitaar onder begeleiding van een jonge leraar die ruimdenkend was. Ik ben geboren in 1970 en leerde classic rock namen als Deep Purple en Jimi Hendrix via mijn broer kennen. Ik was te laat om de hoogtijdagen van die namen bewust te ervaren. In 1988 was ik achttien en toen waren The Cure en de Simple Minds hip. Dat was niet aan mij besteed. Ik ben echt in die classic rock-wereld blijven hangen.”

“Na de middelbare school kwam ik via allerlei omzwervingen op het conservatorium terecht. Eén van die omzwervingen was geneeskunde studeren, maar de roep van de gitaar was luider. Op het conservatorium studeerde ik klassieke gitaar. Vooral de barok- en de renaissancemuziek vond ik erg mooi in tegenstelling tot de romantische muziek. Daar moet je als student nu eenmaal doorheen. In die jaren kwam ook de stroming van de wereldmuziek op gang zoals de werken van Astor Piazzolla en de op volksmuziek georiënteerde composities van Agustín Barrios. Fantastische muziek, maar qua inspiratie kon ze niet concurreren met ‘Smoke On The Water’. Rockmuziek was toen blasfemie in het conservatoriumwereldje die zich de heilige tempel der cultuur waanden. Ik herinner me dat de directeur mij een keer hoorde spelen met een plectrum. Met gefronste wenkbrauwen zei hij op verwijtende toon: “Meneer Verschueren, als ik dit nog eenmaal hoor, kunt u vertrekken!”

Waar geef je les?

“Ik doceer elektrische gitaar aan het conservatorium van Gent. Het enige conservatorium in België waar je op master-niveau kunt afstuderen in popgitaar. Vergelijkbaar met het conservatorium in Rotterdam. Daarnaast geef ik ook les op diverse academies in België.”

Waar zit het verschil tussen die twee onderwijsniveaus?

“Voor mij hangt het ervan af of je leerling of student er voor gaat. Onderwijs geven aan iemand van acht jaar met veel of weinig talent is bijna hetzelfde als onderwijs geven aan iemand van tachtig met veel of weinig talent. Dat geldt ook voor de conservatoriumstudent die van muziek zijn of haar beroep wil maken. Ook daar heb je mensen die er alles voor doen en mensen die maar wat aanmodderen. Het technische aspect is op het conservatorium uitgebreider, maar alles staat en valt met motivatie.”

Wat gaf de doodslag voor het onderwijzen van popmuziek op conservatoria? Veertig jaar geleden was dat ondenkbaar.

“De conservatoria en het deeltijds kunstonderwijs zijn quasi gratis onderwijsinstellingen die gefinancierd worden door de overheid. De toelages worden elk jaar berekend op het aantal ingeschreven studenten. Dus als het volk…of in dit geval de jeugd zich stilaan oriënteert naar andere stijlen en, om het kort door de bocht voor te stellen, andere dingen wilt leren spelen dan alleen Mozart of Bach, dan zullen deze instellingen hun aanbod moeten veranderen. Je ziet dat op veel academies de afdelingen klassiek stilaan leeglopen en de jazz- en popafdelingen groter worden.”  

Is dat van invloed op de kwaliteit musici?

“Nee. De kwaliteit is anders en ik begrijp de jeugd. Als ik nu 14 was, zou ik ook liever Ed Sheeran zingen dan een aria uit een opera. De jeugd heeft tegenwoordig een keuze die vroeger ondenkbaar was. Dat is een mooie ontwikkeling. De klassieke muziek heeft de conservatoria veel te lang gedomineerd.”

Wat maakt het verschil tussen klassiek- en poponderwijs?

“Je moet over docenten beschikken die de lat voor popmuziek net zo hoog leggen als een docent die klassiek onderwijst. In praktijk betekent dat om ‘Child In Time’ net zo te leren zingen en interpreteren alsof het een aria van Mozart is. Dat is mogelijk. Je moet mensen hebben die de theoretische, muzikale en achterliggende kennis van dat nummer beheersen. Die dat kunnen onderwijzen. Over ‘Child In Time’ valt veel te vertellen. Het is een buitengewoon expressief nummer en muzikaal gebeurt er van alles. Die emotie moet je vocaal en  instrumentaal kunnen overbrengen. Een hele uitdaging voor een student.”

Bert en zijn gitaar zijn onafscheidelijk

Geldt dat ook voor het gitaaronderwijs dat jij geeft?

“In Gent ligt de lat voor het gitaaronderwijs heel hoog. Het draait niet alleen om supersnel en technisch te kunnen spelen. Je moet ook het gevoel kunnen overdragen. Wat de componist met die ene noot wil uitdrukken, moet jij het publiek vertellen. En dat muziekstuk moet weer aansluiten op degene die jij bent.”

Wordt popmuziek tegenwoordig meer geaccepteerd door de klassieke wereld?

“Meer en mee wel, ja. Er werden heilige huisjes afgebroken. Wat ook een mooie evolutie is, is dat er stilaan samenwerking tussen de verschillende departementen wordt opgezocht. Al heb ik de indruk dat de ivoren toren van de klassieke muziek nog redelijk hoog boven de anderen uittorent.”

Hoe vertaal je de combinatie van klassiek en pop naar het les geven?

“Ik moedig die diversiteit natuurlijk aan, maar verzuim mijn pedagogische in de zin van cultiveren, bewust maken niet. Een student popmuziek moet weten waarom de muziek van Bach en Mozart belangrijk is voor de popmuziek. Die muziek was essentieel. Net zoals de Franse Revolutie belangrijk was voor het begin van de politieke hervorming binnen West-Europa. Onze huidige democratie. Je kunt de ingrijpende gebeurtenissen uit het verleden niet uitsluiten om het heden te begrijpen.”

Jon Lord deed ongeveer hetzelfde in Deep Purple. 

“Correct. Lord verwerkte zijn klassieke vaardigheden als organist in muziek de we nu hardrock noemen. Hij gaf het Hammond orgel een plaats in die muziek. Heel uniek.”

Een mooie brug naar mijn vraag achter het idee achter Made In Purple.

“Voila! Het heeft zo moeten zijn. Ha! Ha! Het was alweer mijn broer Koen, die overigens meer dan verdienstelijk Hammond orgel speelt, die ik ook in dit verhaal niet mag vergeten. Twee jaar geleden was ik met hem hier in de Bosuil bij het concert Glenn Hughes Plays Deep Purple. Ik ging helemaal op in die nostalgie en om dat met hem te beleven, was heel speciaal. Ik zei dat ik zo’n Deep Purple-show best een keer zelf zou willen doen. Mijn broer antwoordde: “Je hebt alle kennis, vaardigheden en tools. Doe dat toch gewoon!? Je moet het wel nu doen en niet over tien jaar.”

Made In Purple

Dat ging lekker snel, dan.

“Even pas op de plaats. Als muzikant heb ik natuurlijk een uitgebreid netwerk en weet ook wat ervoor nodig is om het financieel rond te krijgen. Zo’n project op poten zetten doe je niet zomaar. Je moet ook de juiste muzikanten vinden die het technisch kunnen en willen doen. David Bowie zei ooit: “Je moet niet zozeer over de beste, maar over de juiste muzikanten beschikken.” Als je een concertreeks geeft, zit je soms een aantal dagen op elkaars lip. Dat kan niet iedereen. Je moet ook over de nodige dosis gekte, ambitie, talent en doorzettingsvermogen beschikken”

Zijn de andere bandleden ook verbonden aan een conservatorium?

“Ze geven allemaal les, maar niet iedereen is verbonden aan een conservatorium. Ze zijn wel allemaal professioneel werkzaam in de muziek. Als leraar, als sessiemuzikant en soms beide. Net als ik.”

Je C.V. van professioneel sessiemuzikant is divers. De genres zijn van uiteenlopende aard de Belgische singer/songwriter Mama’s Jasje en Helmut Lotti.

“Vanwege het beheersen van diverse gitaardisciplines was ik als sessiemusicus van veel markten thuis. Ik beheerste de nylongitaar, ukelele, banjo en natuurlijk de elektrische gitaar. Daarnaast kan ik ook muziek lezen wat als sessiegitarist natuurlijk handig is. Niet veel muzikanten kunnen dat. Het notenschrift lezen, is misschien wel een stokpaardje van mij.”

“Bij Mama’s Jasje ben ik al lang betrokken en onlangs heb ik die draad weer opgepakt. Peter Vanlaet begon weer met schrijven en optreden na een pauze van vijf jaar. Peter had problemen met platenmaatschappijen waardoor hij een lange tijd niet kon werken. Ik heb ‘m bij de arm genomen en gezegd dat we het zelf ook kunnen met eigen spaarcentjes. In plaats van muziek maken, werkte hij in de bouw om het hoofd boven water te houden. Ongelofelijk. Het gaat weer goed met Mama’s Jasje. Volle zalen en drie nieuwe platen waaronder één goud! .”

Bert en Peter Vanlaet [Mama’s Jasje]

Hoe belandde je in het orkest van Helmut Lotti?

“Dat was in de glorieperiode van hem. Ik kon Helmut al een tijdje. Ook via allerlei omzwervingen. Hij wilde me als vaste gitarist in zijn ensemble. Ik zag het niet zitten om te spelen in zo’n orkest en elke dag zoveel volk om je heen. Na een babbeltje met zijn manager ging ik overstag. De tournees met Lotti waren naast mooie ook vermoeiende jaren. Ik werd na verloop van tijd muzikaal-directeur voor zijn tournees door Canada en de V.S. Gelukkig gooide ik op tijd de handdoek in de ring of beter gezegd: iemand smeet ‘m voor mij erin.”

Hoe dat zo?

“Zijn manager vond dat ik een te ‘sociaal geëngageerd muzikant was die te veel rekening hield met andere mensen. Daar laat ik het bij.”

Terug naar Made In Purple. Pieter-Jan De Paepe is een fantastisch zanger. Waar heb je hem ontdekt?

“Het vinden van een zanger was het lastigste aspect. Niet iedereen kan Deep Purple zingen. Zelfs Ian Gillan doet ‘Child In Time’ niet meer. Ik leerde Pieter-Jan kennen toen ik bij een musicalproductie betrokken werd. Op die setlist stond ‘Gethsemane-I Only Want To Say’ uit ‘Jesus Chris Superstar’. Ik was heel benieuwd naar wie dat complexe nummer zou zingen. Daar moet je echt wel iets voor kunnen. Komt daar ineens zo’n langharige, jonge gast onbevangen naar binnen gestormd: “Hey, mannèèèn. Hoe is het?” Dat maakte meteen indruk. Toen hij begon te zingen wist ik dat ik mijn Ian Gillan gevonden had. Hij bleek ook nog eens een Deep Purple-liefhebber te zijn. Het leuke is dat we ons eerste optreden in de Bosuil gaven. Daar waar het idee geboren werd. En nu geef ik op dezelfde locatie mijn allereerste interview. Ha! Ha!”

Pieter-Jan en Bert in extase

Waarom kozen jullie om specifiek het album ‘Made In Japan’ te spelen?

“Omdat ik het als concept duidelijker en origineler vond dan zomaar de zoveelste Deep Purple-coverband te zijn. Je weet wat je kunt verwachten. De reacties na de eerste optredens waren zeer positief. Het concept sloeg aan. In elk optreden verstop ik een klein onderdeel dat niet op het originele album voorkomt. Leuk om dan de freaks, die de plaat van de eerste tot de laatste seconde van buiten kennen, te zien kijken zo van “Huh?! Nee! Nee! Dat hoort niet bij het album.

Blijft het bij ‘Made In Japan’ of storten jullie je nog op andere live-albums van Deep Purple?

“Ik heb wat ideeën, maar nog niets concreets. We zouden ‘California Jam’ kunnen doen of een compleet album van Rainbow. ‘Rising’ is een uitstekende Rainbow-plaat. Lekker zwaar. We zullen zien.”

Als gitarist ben je natuurlijk groot bewonderaar van Ritchie Blackmore. Wat maakt hem zo speciaal?

“Toen ik jong was, inspireerde hij om gitaar te spelen. Eerlijk gezegd weet ik niet precies waarom juist hij dat was. Ik vermoed dat zijn geluid en frasering me fascineerden en dat hij een gitarist was die risico’s nam. Iemand die de gevarenzone opzoekt. Het was geen gitarist die ‘veilig’ speelde.”

Het vingertje wijst op niet te veilig spelen

Leg eens uit.

“Hij speelde vaker in het rood. Daarmee bedoel ik dat je hoort dat hij tijdens het spelen, en vooral het improviseren, de gevarenzone opzoekt en soms geen idee had waar hij naartoe ging. De ene keer kwamen daar geniale dingen uit voort en de andere keer hoor je dat het vastloopt of op niets uitdraait. Ik heb dat liever dan een gitarist die keer op keer dezelfde solo’s speelt. Blackmore had een soort van jazzmentaliteit wat betekent dat je durft te improviseren en variëren. In zijn tijd was dat bijzonder. Als mens is ‘ie ook intrigerend. Ritchie is een persoonlijkheid, maar zoals ze zeggen ‘an asshole’. Ha! Ha! Omdat ik ‘m nooit heb ontmoet, kan ik dat niet bewijzen. Maar wat je zoal over hem hoorde en hoe hij Deep Purple en Rainbow met ijzeren vuist regeerde. Nou, nou.”

“Daaraan voeg ik toe dat hij een onsterfelijke gitaarrif bedacht: ‘Smoke On The Water’. Mijn leerlingen willen dat allemaal kunnen spelen of ze kennen het. Ze weten niet van wie dat nummer is of welke gitarist het bedacht, maar de herkenning is er. Iets van The Beatles kennen ze al niet meer en ik overdrijf echt niet! Ik vermoed dat over driehonderd jaar ‘Smoke On The Water’ nog een belletje laat rinkelen, en ‘Let It Be’ nauwelijks. Spijtig genoeg, natuurlijk.”

Tegenwoordig is Blackmore nog maar een schim van wat hij ooit was als je de live-opnames van Rainbow uit 2015 en 2016 bekijkt.

“Ja, dat klopt. Het zal beslist ook een fysieke oorzaak hebben. Vergelijk maar eens hoe hij de solo in ‘Highway Star’ vroeger en tegenwoordig speelt. Vroeger sloeg hij elke noot aan. Nu bindt hij het met de hammer on-techniek wat veel minder impact heeft. Iemand als Blackmore legt zich niet op die techniek toe als dat niet nodig is. Hij heeft misschien problemen met zijn vingers wat gezien zijn leeftijd niet vreemd is. Het is best mogelijk dat hij al veel eerder die problemen had, maar in mindere mate. Het zou kunnen dat hij, om toch muziek te blijven maken, zich toelegde op de middeleeuwse folkmuziek van Blackmore’s Night. Dat vergt een ander wijze van gitaarspelen.”

Als je een Blackmore-gitaarsolo kunt naspelen, ben je dan net zo’n goede gitarist als hij?

“Op een bepaald moment is iedereen goed. Ik ben niet iemand die beweert dat Blackmore een betere gitarist is dan Jimmy Page of Joe Satriani. Het zijn gewoon drie verschillende, zeer goede gitaristen. Ik ben geen Ritchie Blackmore of zo goed als. Ik speel zijn muziek en voeg daar iets van mezelf aan toe. Ik voel ‘m goed aan, omdat met hem alles begonnen is.”

Twee Blackmore-fans in hun nopjes

Is het succes van coverbands een vloek of een zegen?

“Gezien ons succes, zeg ik een zegen. Ha! Ha! Het kan een zegen zijn als de uitvoering goed, respectvol en professioneel is. Ik begrijp uiteraard je achterliggende gedachte van die vraag. Vergeet niet dat elk gerenommeerd klassiek orkest eigenlijk een coverproject is. De mensen van het orkest hebben zich verdiept in hoe de muziek ten tijde van de oorsprong werd gespeeld. Ik vergelijk ons niet met iemand als Leonard Bernstein, maar wij doen eigenlijk hetzelfde. Wij benaderen de muziek met dezelfde toewijding en respect en streven ernaar om de mensen een avond geven zoals die in 1972 geweest moet zijn. Met een stukje van onszelf, uiteraard. Een dirigent doet praktisch hetzelfde. Bernstein zal een symfonie van Beethoven anders laten klinken dan de eerste uitvoering uit de 18e eeuw. Ik vind het onterecht dat er wordt neergekeken op coverbands. Ze zijn soms beter dan het origineel, omdat die niet meer aan te horen zijn. Is ook logisch gezien de leeftijd. Coverbands zetten een stuk cultuur voort. Het is mooi om daar onderdeel van te mogen zijn.”

www.madeinpurple.com

Michel Scheijen

(Visited 796 times, 1 visits today)

Geef een reactie