AC/DC-shirts zijn vandaag de dag ‘trending’ bij grieten van achttien tot vijfentwintig jaar die grote cirkeloorbellen langs de kaaklijn hebben dansen en waar de smartphone aan de handpalm lijkt vastgespijkerd. De demografische definitie van deze jongeren luidt Generatie Z. Maar omdat het muziek en trendy meiden betreft, spreek ik van Dua Lipa’s.

Ik erger mij aan deze modetrend. Zeker mag iedereen dragen wat hij/zij wil, maar als muziekkenner neem ik het bandshirt bloedserieus en heb ik het volste recht om mijn gal te spuwen. De shirts van deze meiden zijn gemaakt van flinterdunne stof en hebben een verlepte drukprint. Dat is niet alleen een teken van belabberde kwaliteit, maar ook een bewijs dat het shirt zonder eer voor de artiest in een fabriek in Bangladesh tot stand kwam. Vervolgens belandt het in de shopping bag van de Primark, omdat de Dua Lipa’s het een leuk ding vinden. Kennis over de muziek? Ammehoela!

Hippe meiden met grote oorbellen en skinny jeans luisteren niet naar AC/DC. Dat zie je niet alleen aan het gestylde uiterlijk, dat hoor je ook. Bij negen van de tien is de ‘Let’s Love’-yell van de gelijknamige David Guetta-hit de ringtone. Een echte AC/DC-chick is slonzig gekleed, boert in het openbaar, en heeft de gitaarriedel van ‘Thunderstruck’ als ringtone.

Deze Dua Lipa’s groeien op met wat we noemen wokeness. Wokeness is een paraplubegrip voor bewegingen die alert zijn op maatschappelijke thema’s en het streven naar een inclusieve samenleving. Bekende voorbeelden zijn Kick Out Zwarte Piet en Black Lives Matter, maar ook Me Too is een berucht fenomeen. En zoals elke beweging met van oorsprong nobele intenties, maakt ook deze zich onderhand schuldig aan radicaal afdwingen van politieke correctheid met in dit geval de man als de kop van jut. Mannen zijn jagers en vrouwen de prooi! Mannen denken maar aan één ding! Mannen nemen slechts dat ene waar! Verban het Hunkemöller-model uit elk bushokje, uit elke etalage, uit elke catalogus!
Feminisme als fascisme. Een andere bewoording bestaat niet.
Hoe tegenstrijdig is het dan wanneer meiden, opgegroeid met Me Too, shirts dragen van een band die al vijf decennia symbool staat voor alles wat mannelijk is aan de no-nonsense oer-rocker? Die grossiert in dubbelzinnige songteksten als ‘Beating Around The Bushes’, ‘Let Me Put My Love Into You’ en ‘You Shook Me All Night Long’? Net zo tegenstrijdig als de Me Too-zeloten die vooraan staan wanneer het vierde deel van ‘Fifty Shades Of Grey’ in première gaat.
Tegen deze hypocrieten is niets gewassen. Zelfs ik niet. Ze komen altijd met een excuus en wie hun bekritiseerd, heeft het natuurlijk verkeerd begrepen. Daarom richt ik mijn vizier op de achilleshiel van de meisjes met grote oorbellen:

Lieve meisjes, draag geen AC/DC-shirt. Het maakt je sloom en corpulent. Het staat je voor geen meter en is gewoonweg niet chill. Je Instagram-account verliest honderden volgers, niemand liket het op Facebook, en op Twitter wordt je met de grond gelijk gemaakt. Influencers verbannen je van Tik Tok en geen enkel dancefestival verleent je nog toegang. Het gevolg: een twintigjarig abonnement op psychotherapie plus een levenslange afhankelijkheid van antidepressiva.
Deze horror wil je natuurlijk vermijden, want je hebt nog een heel leven voor de boeg. Kies daarom een shirt van een andere artiest of band. Een naam die beter aansluit op je naïviteit, je oppervlakkige attitude, je verslaving aan overexposure, en je burgerlijke keuze voor rockmuziek. Een naam die tegelijk synoniem is voor de tijd van overdrijving waarin wij nu leven. Jouw tijd.
Een shirt van Kensington, bijvoorbeeld.
Michel Scheijen