In zijn boek ‘Dat Kunnen Ze Wel Allemaal Zeggen’ beschrijft gitaarvirtuoos Harrie Sacksioni o.a. het probleem van een erotomane stalker die het leven van hem en zijn gezin veertig jaar lang tot een hel maakte. Uit respect wijd ik daar niet over uit, maar ik ben verzot op muzikale krachtpatserij en daarom vind ik het opmerkelijk. Groupies en andere hysterische taferelen zijn in de virtuozencategorie namelijk een zeldzaam fenomeen. Waarom? Het antwoord is in deze tijden omstreden, maar zwijgen doe ik toch niet: virtuozenmuziek is hoofdzakelijk een mannending. Vaste bezoekers van deze concerten kunnen dat bevestigen.

De meeste virtuozen zijn ook niet de knapste verschijningen waarmee ik niet beweer dat de vrouwelijke muzieksmaak puur gebaseerd is op het uiterlijk. Maar Jean-Michel Jarre was wel de enige waarop mijn ex-vriendinnen reageerden als ze door mijn muziekcollectie struinden. Los van het feit dat geslacht en uiterlijk groupietaferelen aanjagen, is de ‘sex sells’-formule in de virtuozenscene inactief. Ironisch dat die juist in klassieke muziek al jaren de troefkaart is.

Synthesizervirtuoos Jean-Michel Jarre

De knappe violiste Anne-Sophie Mutter, ooit de muze van dirigent Herbert von Karajan, stond in haar toptijd met een fraai decolleté en blote schouders en armen op het podium. De rokjes van haar Brits/Aziatische evenknie Vanessa-Mae werden met elk album alsmaar korter en wie herinnert zich niet Nigel Kennedy? De Britse violist met een kom-net-van-de-visafslag-uiterlijk die met z’n punkkapsel de Pac Man-generatie enthousiasmeerde voor ‘The Four Seasons’ van Vivaldi. In Nederland had je in de jaren ‘90 pianist Jan Vayne die met zijn weelderige, blonde haardos en fopspeenlippen massaal de Libelle-lezeressen aan zich wist te binden. Ook al zag je van achteren geen verschil tussen hem en Patricia Paay.

De populariteit van deze eyecatchers ligt al minstens dertig jaar achter ons, maar in Duitsland is deze marketingtechniek nog steeds vruchtbaar. Die Jungen Tenöre zijn drie operazangers à la Italiaanse topvoetballers die naast moderne interpretaties van aria’s ook popklassiekers vertolken. Ze vullen menig arena tot in de nok. Datzelfde succes kent David Garrett. De in Aken geboren violist is een combi van Arie Boomsma, David Beckham en reishippie Chris Zegers die, mocht hij de muziek zat zijn, de nieuwe mascotte kan worden van Ich Bin Undiemeister.

David Garrett

Een kanttekening is hier wel op z’n plaats. Deze mannen zijn vooral te zien in Duitse schlagerprogramma’s op de zaterdagavond. Over massale belangstelling van een wild en jeugdig publiek kunnen ze niet spreken en op het podium zullen geen slipjes belanden. Eerder steunkousen.

Ik ben in ieder geval blij dat mijn lievelingsmuziek van groupietaferelen verschoond blijft. Ik moet er niet aan denken dat toetsenist Derek Sherinian een interview geeft in de LINDA.

Derek Sherinian

Dat hij daarin vertelt dat ‘ie vanuit een vreugde-impuls een solsleutel tekende op de buik van zijn acht maanden zwangere vrouw. Of dat hij emotioneel wordt van de herinnering dat hij eens het vogelkooideurtje vergat te sluiten, waardoor de huiskat de kanariepiet van zijn oudste dochter in één hap doorslikte.

Veranderingen zijn permanent, maar soms is het prettig als dingen blijven zoals ze zijn.  

Michel Scheijen  

(Visited 134 times, 1 visits today)

Geef een reactie